Onlangs bezocht ik een bijeenkomst waar Henk Bleker sprak, onze staatssecretaris van Landbouw. Nadat hij in een (onnavolgbaar) verhaal had getracht Keniaanse boontjes als duurzaam te slijten aan het publiek kwam het gesprek op eet-educatie.
Nou dat was een wake-up call. Als het gaat om educatie op het gebied van eetgewoontes, obesitas, welvaartsziekten als gevolg van eten dan trekt deze overheid zich terug. Snoepmachines op scholen, in bussen en ziekenhuizen? Als het bestuur van een ziekenhuis het prima vindt dat er gefrituurd eten wordt verkocht, als de directie van een school geen probleem heeft met het plaatsen van een snack-machine, waarom dan niet? Te dik? Ongezond? De dieetiste wordt niet langer vergoed, dus óf je betaalt voor gezond advies, óf je probeert het zoveelste hippe dieet uit de damesbladen.
Tsja. Het is even wennen. De overheid neemt je niet langer aan het handje, vertelt niet wat goed en slecht is, dat moet je zelf uitvogelen. Dit is natuurlijk een korte bondige samenvatting van een wat al te gemakszuchtig struisvogelbeleid, maar afijn, je krijgt de overheid die je verdient dus we moeten het er mee doen.
Kom op dus; schouders eronder, positieve bril op en vooral elkaar vertellen wat we al weten over eten. Misschien is het helemaal niet zo'n drama. De overheid blinkt nou niet bepaald uit in creativiteit en juist met eten kan je zó creatief zijn! In heel veel grote steden zie je al de leukste gezonde initiatieven. Er wordt als nooit tevoren met eten geexperimenteerd. Underground boerenmarkten, biologische winkelketens, vegetarische restaurants, ik zag laatst in de stad een heuse soep-bar.... als je even om je heen kijkt is er een hoop te ontdekken.
We moeten op alle gebieden onze verantwoordelijkheid nemen dus ook op het gebied van voeding. Voor onszelf, maar ook als ouders, als opvoeders. Want als de scholen echt niet verder komen dan een paar kratjes appels en peren naar binnen sjouwen in dit kader, dan zullen we ook op op-voedings gebied meer zelf moeten doen. Is er één lastig obstakel; onze generatie heeft, uitzonderingen daar gelaten, niet leren koken. Ja natuurlijk we redden ons met de wereldmaaltijden van Knorr en de potjes van Hak, een aardige bal gehakt kunnen we ook nog wel in elkaar draaien, maar dat is voedsel verzorgen, niet koken. Hoe dat zo gekomen is is op zich een aardig relaas, maar ik moet me ook aan de maximale lengte van deze column houden, dus dat volgt nog een keer.
Wie zijn kinderen naar een leuke vrije school stuurt zal er wellicht in slagen om een mooie kook-cursus te organiseren, maar eigenlijk moeten álle kinderen meer leren over wat ze in hun mond stoppen en hoe dat eten op tafel gekomen is. En dat is aan ons. Dat begint in de supermarkt, waar je groenten benoemt en op de etiketten leest waar ze vandaan komen. Dat doe je door regelmatig nieuwe dingen op tafel te zetten, maar ook door es de stad uit te fietsen en een kaasboerderij te bezoeken, of door deze zomer zelf aardbeien en tomaten te kweken in een pot op het balkon.
Wie weet waar z'n broccoli vandaan komt en zich realiseert dat het spul gezááid is door iemand, dat het maanden lang op een akker groeide, dat het stormen en buien heeft doorstaan, dat het groeide in de zon, dat het onkruid gewied is en de rooimachine bestuurd, dat de broccoli gesneden, verpakt, verplaatst, verhandeld, vervoerd, uitgepakt, neergelegd, opgepakt, afgewogen, afgerekend is allemaal vóór ie de keuken in kwam... Wie dat weet stopt nooit meer gedachteloos een hap broccoli in zijn mond. (De allerslimste kinderen zullen vervolgens opmerken dat dat dús niet kan voor de lage prijs die we in de winkel betalen... díe kinderen zien we dan over een paar jaar op de economie redactie terug).
Het aller-aller-aller belangrijkste is echter dat je de kinderen toelaat tot de keuken. Dat je ze laat snijden met echte messen, laat roeren in de pannen, groenten wassen, proeven. Zeker, dat duurt tweemaal langer dan normaal, maar hee, het is vakantie en je krijgt van mij de garantie dat ze beter gaan eten naar mate ze je vaker helpen!
Vandaag, om te bewijzen dat ieder kind kan koken:
Broccoli onder een dakje
1 stronk broccoli per 2 personen
1 velletje diepvries bladerdeeg per persoon, ontdooid
1 klein potje groene pesto
1 pakje "feta"kaas
beetje boter, 1 ei
Flinke pan, per persoon 1 ovenvast schaaltje
Verwarm de oven voor op 190 graden. Vet de randen van de schaaltjes in met een beetje boter, zet een flinke pan met ruim water op hoog vuur. Was de broccoli en snij in kleine 'bloempjes'. Snij de mooie delen van de stelen in kleine blokjes, maat dobbelsteen. Kook de groente een minuut of 4-5, ze mag niet meer rauw zijn, maar ook nog niet gaar. Laat goed uitlekken.
Meng de pesto en de feta door de broccoli en verdeel over de schaaltjes. Je past de hoeveelheid een beetje aan aan de persoon die het schaaltje straks voor zijn neus krijgt.
Nu maak je het dakje door over ieder kommetje een velletje bladerdeeg te 'spannen'. Afhankelijk van de maat van je kommetjes hou je nu restjes deeg over, die je met een mesje kunt afsnijden. Van die restjes vorm je de beginletters van de naam van de eters. Nú weet je het verschil nog tussen de volle kom en de kom voor de kleine eter, maar als ze uit de oven komen niet meer. Plak de letters op het juiste dekseltje.
Bestrijk het deeg met het los geklopte ei, prik voorzichtig een paar gaatjes in ieder dakje, zet in de oven.
Ongeveer 20 minuten, kijk af en toe. Als het deeg mooi goudbruin is zijn ze klaar.
Pas op, de inhoud van de kom blijft lang heet!!!
Ben geen enorme liefhebber van broccoli, maar dit is een recept wat ik zelfs leuk vind. Ga het vast een keer proberen. Peter .
BeantwoordenVerwijderen