In mijn gedachten ben ik een veelzijdig
kok. Kon jij zien wat ik zie, dan zag je mij de hele dag rondlopen in
een door zonnestralen verlichte keuken. Haren opgestoken, fris
gebloemd schort, een veeg meel ongezien op het gezicht. Blozend zou
je mij zien buigen om de ovendeur te openen om de geur van
versgebakken brood op te snuiven. De deur van de tuin naar de keuken
zou openzwaaien en een koppel al even blozende kinderen zou naar
binnenstormen. “Is het brood al klaar? Gaan we eten??” Minzaam
snijd ik even later dikke plakken van het verse brood. Roomboter
alleen maakt het tot een ware traktatie.... manlief loopt de keuken
in en pikt het lekkerste stuk, het kontje van het aanrecht..... ik
glimlach gelukzalig.
“Plop”. In werkelijkheid sta ik op
het punt om afscheid te nemen van een broodbakmachine die maar heel
kort in mijn keuken heeft gestaan. Geléénd had ik hem min of meer.
Maar het wordt niks. Begrijp me goed, ik hou van brood, ik ben verzót
op brood. Werkelijk, ik kan me niets lekkerders voorstellen dan een
snee vers boerenbrood met roomboter en belegen kaas. Je mag me er
voor wakker maken. Dat mijn ontdekkingstocht door eetland me op een
goede dag bij 'brood' zou brengen lag dan ook voor de hand.
Ik las bijvoorbeeld dat we in Nederland
best wat graan verbouwen, maar dat dat eigenlijk allemaal veevoer is
en dat we het meeste graan importeren. Dat typisch Nederlandse brood
bakken we van buitenlands graan. Er blijkt ook veel meer in ons brood
te gaan dan wat meel, gist en water. Zout, suiker, conserverings- en
kleurstoffen, spul om de veerkracht te garanderen en de knapperige
korst.... Je hebt er alleen geen idee van, omdat er op brood geen
etiketje zit. (Wat natuurlijk heel vreemd is als je bedenkt dat een
etiket tegenwoordig op nagenoeg ieder voedingsmiddel verplicht is).
Het idee van mijn eigen brood bakken, met daardoor een betere
controle op wat ik binnenkrijg, sprak me dus wel aan.
Kant en klare mix van de supermarkt
leverde een aardig brood op. Redelijk van smaak ook. Alleen was ik
toen nog niets wijzer over de ingrediënten. De broodbakmachine
lonkte. Navraag tijdens een verjaarvisite leerde dat de meeste
broodbakmachines eindigen in de kast onder de trap (naast de
ijsmachine en sapcentrifuge), nadenken over het energieverbruik van
zo'n apparaat als het de halve nacht staat te kneden en verwarmen
wilde ik ook niet. Vooral dat idee van de geur van vers brood die je
al bij de slaapkamerdeur tegemoet komt was té verleidelijk... Naar
de eko-supermarkt dus, alwaar ik mijn wagentje vol stouwde met
volkorenmeel en tarwebloem en een heuse biologisch dynamische kant en
klare bakmix voor de machine (van vier euro) . Wie denkt dat de eko's
nog steeds geitenwollensokken dragen vergist zich deerlijk.
De broodbakmachine kwam als het ware
uit de lucht vallen, precies op tijd. Ik kon er direct mee aan de
slag. Eerst een snel brood met de mix om het apparaat uit te
proberen, prima! Kort daarna een geheel verantwoord recept met
eko-meel, gist, roomboter en water.... dit moest het worden, ik kon
niet wachten tot de wekker zou gaan. De geur van vers brood had de
zolderetage bereikt. Ik bereidde me voor op de beste-werkdag-ochtend
in 7 jaar tijd. Dit zou in één klap het vroege opstaan goedmaken.
Vol verwachting tilde ik het deksel op om te ontdekken dat de halve
machine gevuld was met een dikke broodachtige homp en de andere helft
met droog meel. “Plop”.
Je moet als werkende moeder je grenzen
kennen, dit is er een. Brood bakken ga ik echt nog wel een keer
leren, maar niet nu. We hebben hier drie prima bakkers op het dorp,
die mogen voor mij bakken. Als de bakkersmeiden me vertellen dat het
14-granenbrood extra goed voor me is zal ik vriendelijk glimlachen.
En met Pasen bakken we haasjes-met-een-ei. Gewoon omdat zelfs ik dat
kan.
Vandaag om te vieren dat niets zo
lekker ruikt als brood in de oven: Paas-haas-broodjes!
(naar een recept van
Marlies Batelaan)
1 pak witbroodmix uit de supermarkt
25 gram boter
1-2 tl suiker
eieren naar aantal personen + een los
geklopt ei.
rozijntjes of choco-pastilles
Van een pak broodmix maak je ongeveer 6
broodhaasjes. Maak het deeg volgens de aanwijzingen op de verpakking.
Laat het rijzen. Bekleed de bakplaat met bakpapier en verdeel het
deeg in gelijke stukken. Nu laat je je creativiteit de vrije loop en
vorm de haasjes. Gebruik rozijnen of choco-pastilles als ogen. Vouw
de armen van ieder haasje om het ei dat je voorzichtig in zijn/haar
buik drukt. Laat de haasjes een kwartiertje op de bakplaat rijzen,
dek ze daarvoor af met een schone vochtige theedoek. Verwarm de oven
voor op 200 graden. Smeer de haasjes lichtjes in met het los geklopte
ei en bak ze in 15-20 minuten gaar en goudbruin.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten