Stoofpeertjes

Heerlijk; herfst!

Enthousiast ben ik de laatste weken weer de keuken ingedoken. Hmmm. De herfst... dat is uiensoep met gesmolten kaas, stoofvlees, rode wijn, kruidnagels en kaneel, appels en peren.

Terwijl de ene taart met bosbessen nog lekkerder is dan de volgende met peer en speculaaskruiden  was ik het meest verrast de afgelopen dagen door een nieuw stoofpeertjes idee:
 

Stoofpeertjes in twee kleuren! Yeey! Indrukwekkend als bijgerecht, leuk als basis voor een toetje, makkelijk vooruit te maken, kortom: probeer m nu uit en steel de show tijdens kerst! 

(naar een idee van Rudolf van Veen)

5-6 stoofpeertjes, beetje flinke

1 liter (zoete) witte wijn

500 ml water

1 laurierblaadje

1 tl. kurkuma

200 gr suiker

1 citroen

1 eetl. maizena

200 ml port of rode bessensap

Zoek de juiste pan uit; je wilt dat de peertjes rechtop blijven staan terwijl ze stoven. De pan moet een deksel hebben.

Schil de peertjes, maar laat de steel zitten, verwijder het kroontje onderin met een mesje. 

Breng wijn, water, suiker, citroensap, kurkuma en het laurierblaadje aan de kook, 

roer even goed door.

Draai het vuur lager en zet de peertjes rechtop in de pan, als ze nog een of twee centimeter uitsteken is dat geen drama. 

Breng aan de kook en laat ongeveer een uur zachtjes stoven, het vocht hoeft dus niet hard te borrelen, af en toe een pruttel is prima. 

Vul een ovenschaal met het laagje port of bessensap. Vis de peertjes voorzichtig uit de pan en zet ze in de port. De kleur zal langzaam optrekken terwijl de peertjes afkoelen. Bewaar het kookvocht!

Schep de maizena in een klein schaaltje, maak er een papje van met een beetje van het kookvocht, en verwarm de rest in een steelpan. Roer wanneer het kookt het maizena-papje er door. Haal van het vuur wanneer het gaat binden. 

Wentel nu voorzichtig de afgekoelde peertjes door het kookvocht en zet ze op een mooie schaal. Het kookvocht geeft ze een mooie glans en beschermt tegen al te snel uitdrogen.