Winterwortel

Als u dit leest is het zaterdag. Voor u met een kleine letter. Bij ons op het dorp, zo leerde ik al snel na mijn aankomst, is er maar één Zaterdag, en dat is vandaag. Wanneer hier gedurende het jaar de vraag wordt gesteld: en waar ben je Zaterdag? Dan wordt niet gevraagd, wat een buitenstaander zou denken, wáár in het land of ter wereld de desbetreffende persoon Zaterdag is, nee, dan is de vraag eigenlijk: bij wie ga jij optocht kijken? Dát is namelijk wat wij doen vandaag, we kijken carnavals-optocht. Vanmiddag tot een uur of vier althans, daarna gaat een ieder zijn gang tot uur of elf vanavond. Alles onder de 35 gaat vervolgens naar onze feestzaal, alles boven de 35 naar de kroeg. En morgen weer. En overmorgen. Om dinsdag te eindigen met een kroegentocht en om 23.11 de officieele afsluiting op de Brink.

Met carnaval is álles anders, ook het eten. Iedereen is namelijk thuis, in het hele dorp zijn de logeerkamers gevuld door oud-dorpsgenoten die speciaal voor dit weekend terug komen. Aan de winkelwagentjes bij de super kon je het de afgelopen dagen al zien; dezer dagen is het devies in de keuken veel en stevig.

Ik kom uit Rotterdam. Daar doen we niet aan die ongein. Dus het was even wennen. Huisgenoten die vier, vijf dagen lang de hort op zijn, op de meest onmogelijke tijden in en uit vliegen, logees die zich pas aan het ontbijt voorstellen… Natuurlijk kan dat allemaal en mag dat, liever dat je ze af en toe nog ziet dan helemaal niet, maar probeer er maar eens een planning op los te laten. Ik herinner me een gebakken eierensessie van vorig jaar, voor ik denk 20 man, om drie uur ‘snachts. En een tafel vol kwekkende en schminkende meiden met heel veel kip-stoofpot… Heerlijk.

Juist tijdens carnaval is het belangrijk om de weerstand hoog te houden. Midden in de nacht vanuit een warme kroeg naar huis lopen met over het algemeen genoeg alcohol in de aderen pleegt een aanslag om je gezondheid. Netten vol sinaasappels sleep ik ons huis dus binnen. Bananen. Kaas, eieren. Grote pannen staan te pruttelen, allemaal míjn soort eten; stoofpotten en stevige boerenkost.

Omdat ik zelden over iets anders praat dan over eten met mensen heb ik ontdekt dat veel gezinnen er carnavalstradities op nahouden wat betreft het eten. Zo ken ik een gezin dat vier dagen leeft op macaroni en gebakken eieren, soms eten er 40 mensen per dag bij hen thuis. De moeder van mijn vriendin schijnt een goddelijke goulash te maken al tientallen jaren, ze kookt hem alleen met carnaval! Ik kan niet achterblijven, ook ik wil mijn eigen carnavals tradities natuurlijk, en ik hou van een volle tafel.

Doet u mee met de gekte dan bent u dit weekend toch te ver heen om van dit recept iets op te steken, geen nood, u kunt ze teruglezen op mijn blog (sannekookt.blogspot.com). Doet u niet mee dan is dit een fantastisch pastarecept met een werkelijk heerlijke saus. Bijzonder eenvoudig te maken, het geheim zit m in de tijd. Jawel, het tweede slow food recept in een maand, ik beloof bij deze dat ik de komende weken alleen razendsnelle happen zal serveren. Alaaf!

Onderstaand recept is voor 4 personen. Ook hier is, net als vorige week, TIJD dat ene ingrediënt dat je niet op het lijstje ziet, maar dat een wezenlijke bijdrage levert aan de smaak. Neem die tijd dus, maak een enorme pan en nodig iedereen uit die eruit ziet of ie een stevige maaltijd kan gebruiken 

(overigens ook perfect in te vriezen!)

100 gram pancetta, rauwe ham met vet of biologische spekreepjes

250 gram rundergehakt

olie

goeie winterwortel (of bospeen)

2-5 stengels bleekselderij

1-2 uien

4 el tomatenpuree of 1 blik tomaten

100 gram gedroogde tomaten (geweld of uit olie)

1 glas rode wijn

zout, peper, nootmuskaat, laurierblad

1,5 dl boerenmelk

1 dl bouillon

50 ml room

ben je in het bezit van een staafmixer dan mag je de groenten wat grover laten, heb je geen staafmixer dan is het zaak alle groenten mooi fijn te snijden.

Spek of pancetta langzaam uitbakken. Wortel, ui en bleekselderij heel fijn snijden, dan door spek mengen, even meebakken. Gehakt erbij, rullen. Dan tomatenpuree, gedroogde tomaten wijn, zout en peper, nootmuskaat, laurier, en bouillon toevoegen. Geheel langzaam aan de kook brengen. 2-3 uur laten sudderen (warmhoudplaatje). Voeg als je doorroert steeds een scheut melk toe. Haal dan evt. de staafmixer door de saus en maak af met room.