De zon hoeft dezer dagen maar even om een hoekje te kijken of ik geloof er meteen weer in.
In de lente, in de zomerzon.
Als ik mijn ogen sluit zie ik de rozenbogen begroeid met bonen en hoef ik maar te reiken om te te plukken. Aan de voet van de bogen staan frisse kropjes sla, afgewisseld met veelkleurige snijbiet en wat radijsjes, Oostindische kers.
Het wintergroentenperk is nog pril, maar het loof van de aardappeltjes staat fier overeind met vrolijke witte bloemetjes. De vijgenboom staat vol in het blad en de vijgen hebben al het formaat van pingpongballen, nog een paar dagen zon en ik kan ze zo van de boom opeten.
De tomaten doen het geweldig dit jaar; rood, geel, groengestreept stevig hangen ze aan de struik te wachten op nog nét dat beetje extra smaak. Ik haal diep adem en snuif de zilte zeelucht op. Dít is waar ik het voor doe....
Als ik mijn ogen open zie ik een kaal veld waar het onkruid net weer energie begint te krijgen. Van de twee kuub mest is er pas één verspreid over de grond, en is er nou al gespit?
Je kunt het bijna niet zien.....
Ieder ander zou de schep er wellicht bij neergooien, ik niet! Ik ga stug door, steeds als ik een uurtje tijd kan maken in de volle agenda gaat de oude broek aan, de laarzen en hup de tuin in. Hoofdschuddend kijken mijn oudere wijzere tuin-collega's toe vanaf de dijk. 'Het is ook geen vrouwenwerk' zie je ze denken. Pfff. Laat maar. Al kom ik 'sochtends mijn bed bijna niet meer uit en worden mijn nagels nooit meer écht schoon...
als ik dat straaltje zon voel weet ik weer waar ik het voor doe.
Ik zeg gewoon een vette nagellak en niemand die het ziet!
BeantwoordenVerwijderen