donderdag 15 juni 2017

Braam


In mijn moestuin waan ik mij soms Doornroosje. Langs twee zijden groeit een metersdikke en metershóge bramenhaag. Officieel is ie van de gemeente; mijn tuin ligt tegen een talud. Maar ik pluk er letterlijk de vruchten van, soms vele kilo’s in een jaar.

2017 zal de geschiedenis ingaan als ‘het jaar van de braam’. Dat moet wel. Loom hangen de takken in de zomerzon, pronkend met een sluier van bloesem. Tientallen, nee hónderden bijen, wespjes en andere zoemers zweven van bloem naar bloem. Het schouwspel schept grote verwachtingen.

Natuurlijk heeft deze ‘wilde’ braam ook nadelen; hij is onvoorstelbaar opdringerig. Iedere keer weer struikel ik meters van de haag over uitschieters die hij ondergronds mijn tuin instuurt, als een voorhoede, soldaten in een nog te veroveren terrein. Met harde hand ruk ik ze uit de grond, geen genade. De haag groeit vele meters per jaar, met lange zich uitrekkende dikke takken die geen bloesem dragen, alleen stekels. Ik hak ze af, de haag moet getemd.

En dat leidt soms tot ware gevechten. Gewapend met superscherpe snoeischaar op poten en een hark ga ik de haag om de paar jaar te lijf. Met de dikste handschoenen uit de bouwmarkt en drie lagen beschermende kleding dwing ik hem meter voor meter weer in model. Na afloop zie ik er altijd uit of ik gevochten heb met een krolse kat, onder de krassen en schrammen.

Daar waar ik hem noodgedwongen zijn gang laat gaan, achter de schuur en boven de kas, wordt de braam ondoordringbaar woest. Jaar na jaar vlecht hij zijn takken door elkaar. Uiteindelijk vormt zich een onaangenaam ogende onneembare haag.

De ideále plek voor alles met veren dus. In het voorjaar lijkt de haag een stadswijk voor kbv-tjes; kleine bruine vogeltjes. Tientallen vogeltjes vluchten de haag in als ik de tuin oploop. Nest na nest ontwaar ik tussen de takken. Brutaal blikken de vogeltjes terug. Ze zijn er veilig voor mij, maar ook voor katten, ratten en ander gespuis. De braam wordt één kwetterende, tjilpende ‘wall of sound’. Het is slechts een stukje van de rijkdom van mijn braam….

Tevreden kijk ik naar de waas van witte en roze bloemen. Al moet ik nog een paar maanden wachten, ik kan de smaak van de zongestoofde voldragen bramen nu al proeven. Zó van de struik, of in een heerlijke jam. Al eens de combinatie van bramen en munt geprobeerd als jam? Of bramen met port? Met kaneel? Bramen laten zich verwerken tot de lekkerste taarten, tot een saus voor over het vanilleijs met merengue… zak voor zak verdwijnt straks gewassen en al de vriezer in en komt dan in november op tafel in een crumble…

Mijn advies voor een ieder met moestuinplannen, of met alleen maar groene plannen; neem een braam. Er bestaan ook vele doornlóze soorten, die zich veel gemakkelijker laten leiden. Iets minder romantisch.. net zo lekker. 
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten