dinsdag 16 juli 2013

Kip en ei (8)

Vijf voor half zes 'sochtends. Ik probeer een kopje thee en een boterham kaas weg te werken terwijl ik wacht op voldoende daglicht.... Wat moet ik meenemen naar de tuin zo? Een vuilniszak, handschoenen zijn daar. Een doos, toch ook maar. Stel dat ie alleen suf is, maar nog wel heel. Wat moet ik in vredesnaam als ie leeft maar gewond is? De laatste keer dat ik een dier uit zijn lijden moest verlossen is vijf jaar terug en het staat nóg op mijn netvlies. Getverdemme, wat ben je toch kwetsbaar als je dieren hebt.

Ik was gisteravond laat. Fijn uit eten geweest, bij terugkomst naar de kippen. Het was bijna donker, ze waren al op stok en daardoor duurde het even voor ik in de gaten had dat er een mist. Er waren maar twee kippen in het hok! Ik heb nog even gerammeld met het blikje, her en der een struik uiteen geduwd, maar ik ben uitermate nachtkippig, dus ik vond niks.

Over een half uurtje moet ik voldoende licht hebben om nog een keer te gaan zoeken. Ik weet niet zeker welke kip weg is. Het is niet de probeer-haan, die heeft duidelijk lichtere veren, haar heb ik gezien. Maar de andere twee zijn bijna eender. Als Kentucky weg is, de slimme oerkip, dan kan ik me voorstellen dat ze een boom gewoon interessanter vond om in te slapen voor een keer. Of dat ze vrij letterlijk de vleugels heeft uitgeslagen op weg naar lekkerder eten bij de buren. In dat geval komt ze straks misschien gewoon terug. Als het de olie-domme is houd ik mijn hart vast. Die kan verstrikt zitten, aangevallen zijn, gepakt. Die ligt misschien ergens onder een rabarberplant dood te gaan. In al die gevallen wil ik niet dat mijn zoontje dat ontdekt tijdens zijn dagelijkse rondje langs de kippen, op weg naar school.

Dus ik moet er heen. Is het niet voor de kip dan toch voor mijn zoontje, en voor mijn eigen gemoedsrust. Als ik vandaag een beetje bleek zie weet je wat ik vond...





2 opmerkingen: